Villa Planchart, ook Quinta El Cerrito genoemd, is gebouwd in de heuvels van San Romàn, in Caracas. Het pand onderscheidt zich door zijn lichte, luchtige opzet. De smetteloze buitenmuren doen aan schermen denken, onderbroken door ramen met uitzicht op het Venezolaanse berglandschap. Het ontwerp, dat aan een abstracte sculptuur doet denken, is ontstaan uit een uitgebreide briefwisseling tussen de toekomstige eigenaars en de Italiaanse architect Giò Ponti. Dit kraaiennest met een uitzicht van 360° op de omgeving verwijst naar de Pirellitoren in Milaan – ook een werk van Giò Ponti – met zijn ruitvorm en zijn uitgekiende indeling. Vlakken en lijnen op de vloeren en plafonds wijzen de bezoeker de weg naar de salon, vanwaaruit het hele pand verkend kan worden. Bij de ingang hangt een mobile van Calder. Hier krijg je een eerste indruk van het spel met ruimten, oppervlakken en volumes dat in deze unieke villa wordt gespeeld. De zijwaartse trap biedt uitzicht op het landschap en voert naar de slaapvertrekken.
De structuur in zelfdragend beton bestaat uit zo weinig mogelijk draagmuren. Hierdoor was het mogelijk een salon van twee verdiepingen hoog te creëren, in drieën gedeeld door een volume dat een podium doet denken. Giò Ponti ging modernistisch te werk. De doorlopende ruimten passen in de traditie van grote bouwers als Oscar Niemeyer en Richard Neutra: het pand vormt een architecturale wandeling. De inrichting dan weer is een ode aan de verbeeldingskracht. Het zeer creatieve kleurgebruik komt tot uitdrukking in vloeren van veelkleurig marmer en plafonds die zijn beschilderd met gele en witte strepen. Alle oppervlaktebehandelingen laten zien hoe belangrijk de materialen zijn. De woonpatio en de eetkamer aan de noordzijde beslaan twee niveaus, met nachtvertrekken erboven. In ingebouwde plantenbakken staan orchideeën, afkomstig uit de serres in de tuin, waar de Plancharts er een zorgvuldig vertroetelde verzameling op na hielden. De openingen in de muren scheppen mogelijke verbindingen door de hele lengte van het huis, van het kantoor naar de eetkamer en de salon. Dit zorgt voor een sfeer van interactie.
De geel gestreepte plafonds in de salon, de bibliotheek en de kleine eetkamer staan in dialoog met de vloermozaïek bij de ingang en de plafonddecoratie in de grote eetkamer. Ook de binnendeuren en -ramen brengen kleur in de woning, met roze, gele en hemelsblauwe motieven op een witte ondergrond. Voordat het koppel het pand betrok, werd per boot een verzameling artisanale objecten aangevoerd om de sfeer van een Florentijnse villa te benadrukken. De architect koos ook voor designmeubilair van merken als Cassina, Singer & Sons en Giordano Chiesa. De firma Molteni&C heeft enkele stukken heruitgegeven die Giò Ponti voor deze villa ontwierp, zoals de fauteuil D.154.2, die dit jaar bekroond werd met de Compasso d’Oro Career Award for Products. In de hall voor gasten staat de stoel 438, door Anala Planchart de verzamelaarsstoel genoemd. Hij valt op door zijn hoge, verticale rugleuning met drie x-vormige structuren, en leent zich voor een moment van zitten en wachten.
Giò Ponti bedacht een ruimte vol verrassingen, met inventieve, plooibare, multifunctionele meubels, gemeubileerde vensters, strategisch in de bibliotheek verstopte vitrines en openingen in de buitenmuren die je door het huis heen laten kijken. Zijn aandacht voor opbergelementen is streng en vrolijk tegelijk. Het meubilair speelt met de ruimtelijke perceptie, en de vitrines wijzigen de visuele diepte van de beschouwer. Verrassingsmeubels en wandpanelen voeden de verbeeldingskracht met houtfineer en bedrukte motieven. Ook op het vlak van verlichting is dit een huis vol verrassingen. De lampen zijn niets minder dan kunstvoorwerpen. De lichtbron gaat schuil in een spel van licht en schaduw met geometrisch uitgesneden oppervlakte-elementen. Lichtschilderijen zijn het resultaat. Het sanitair in de badkamer is van Ideal Standard.
In het kantoor en de bibliotheek scheidt een schermachtige wand de ruimte zonder die werkelijk te splitsen. Een nieuwe kijk op het klassieke kamerscherm. De vele binnenvensters op een groot, opengewerkt paneel bieden plaats voor schilderijen en kunstobjecten. Jachtliefhebbers kunnen in de draaibare rekken hun trofeeën kwijt. Giò Ponti laat het meubilair met de architectuur versmelten. De ruimte wint erdoor aan transparantie en transversaliteit. Zijn aanpasbare bijzettafeltjes zijn een vermelding waard: ze zijn voorzien van scharnierende panelen, uitgevoerd door Altamina en Singer & Sons. De signatuur van Giò Ponti is tot in de kleinste details te zien, overal in het pand. De ruimte wordt verlevendigd met ontwerpen van zijn hand, waarvan sommige ‘diavoli’ worden genoemd en andere aan fruit doen denken. Onder de markante objecten die voor deze woning werden aangekocht noemen we de vaas Fazzoletto van Fulvio Branconi voor Venini en de Scandinavische topstukken van Timo Sarpaneva, Edward Hald en Nonna Morales. In enkele vertrekken is nog emailwerk van Paolo de Poli te vinden.
De Tropische fantasie komt tot uitdrukking in de deurkrukken (model Cono, vervaardigd door Olivari, op de hoofddeuren en Coltello op de dienstdeuren), het bestek en het tafelservies Diamant, gemaakt in samenwerking met keramisch kunstenaar Richard Ginori. Op dit witte vaatwerk met vergulde rand is de noordgevel van de villa in grafische vorm herkenbaar. In de kleurrijke bordenserie Segnaposto, waarvan elk object uniek is, wordt de letter A – het initiaal van beide eigenaars van het pand – vergezeld door de zon en de maan, het mannelijke en vrouwelijke symbool voor het echtpaar Planchart. In de huidige erfgoedcollectie van Molteni zijn de commodes D. 655.1 en D. 655.2 terug te vinden. Die zijn tussen 1952 en 1955 in meerdere varianten uitgegeven, met witgeschilderde fronten en schuifladen en met handgrepen in diverse houtsoorten (olm, Italiaans noten, mahonie en palissander) die de vrije geometrie van de opbergelementen in deze woning in herinnering brengen.
Ponti realiseerde ook figuratieve werken in email op koper, waarop dieren te zien zijn (een paard en een kat), evenals Bewoonde flessen: allegorieën voor het menselijk bestaan in geëmailleerd aardewerk. We kunnen deze woning niet verlaten zonder stil te staan bij de ruimtelijk vormgegeven buitenpatio. Die werkt als een tweede, lichtdoorlatende gevel, met op de ondoorzichtige zijde een schitterend fresco van Fausto Melotti. Dat loopt door langs twee zijwaartse ruimten, tot binnenin de woning. Een centrale fontein vult de ruimte met klank en weerspiegelingen, en een opening in het plafond zorgt voor een belevenis die elke keer weer anders is, afhankelijk van de stemming waarin de hemel verkeert. In de binnenpatio zijn speciale structuren aangebracht – sommige zijn rechtstreeks in de bodem verankerd, andere hangen aan de muren van de tussenterrassen – voor orchideeën en andere planten. Een groot plateau op dunne voetjes zweeft tussen de centrale salon en de grootste eetkamer. Een grote, overhangende trap zonder rand of reling zorgt voor de verbinding ertussen.
Vrij zicht op de schitterende heuvel El Avila, om het zo te zeggen de Acropolis van Caracas. Je hoeft er het huis niet voor uit, precies zoals de Plancharts hadden gevraagd. In dit pand, omgeven door de stenen muren van de terrassen en door weelderige tropische tuinen, gaat ook de originele versie van de stoel Superleggera schuil, ontworpen in 1955. Het houten meubelstuk met een zitting van gevlochten raffia vormt een zinnebeeld van structurele lichtheid, geïnspireerd op de Chiavaristoelen. Sinds het overlijden van de weduwe Planchart in 2005 zorgt de gelijknamige stichting, die in de jaren 1970 door Armando werd opgericht, voor het beheer van deze museale woning, die zelf met recht een kunstwerk kan worden genoemd. Het pand kan op reservering worden bezocht en er worden ook concerten gegeven om de studie en de belangstelling voor de wondere wereld van de natuur in ons land te bevorderen, zoals Armando Planchart het wilde (villaplanchart.net).