Sommaire
Gio Ponti: symbool van de moderne renaissance in Italië en in de wereld
De bekende gebouwen van een emblematische en eclectische schepper
Voor wie op zoek is naar inspiratie voor een nieuw interieur of zelfs ideeën voor reizen om interessante architectuur te bezoeken biedt het prachtige boek ‘Gio Ponti’ van Taschen een schat aan informatie over 136 projecten van de architect en meubelontwerper Giovanni Ponti (1891-1979). Als architect heeft Gio Ponti in 13 landen gewerkt. Net als dat van zijn Belgische collega Jules Wabbes vond ook zijn universum weerklank in de Amerikaanse designwereld, waar hij onder meer zeer gewaardeerd werd door het creatieve duo Charles en Ray Eames.
Een klassieke stijl kenmerkt de eerste stadia van de carrière van Gio Ponti in de jaren 1920, na de art deco die de architectuur van het fascistische Italiaanse regime geïnspireerd had. Hij leidt de bouw van privéwoningen waarvoor hij zuinig geput had uit de taal van de Italiaanse architect Palladio, een grote naam uit de 16e-eeuwse Italiaanse renaissance, bekend van zijn door de oudheid geïnspireerde villa’s Barbaro, Rotonda en Foscari. De bijna avant-gardistische esthetiek van Gio Ponti voorafschaduwt de toekomstige populariteit van de palladiaanse stroming vanaf de jaren 1970 en de eerste uitingen van het postmodernisme. Ook Parijs is verzot op het onmiskenbare erfgoedkarakter van zijn typische vormen. Gio Ponti bouwt er in 1928 zijn eerste huis buiten Italië: een poëtisch bouwwerk dat ‘Ange volant’ gedoopt werd, bijgenaamd Villa Bouilhet, naar Tony Bouilhet, de toenmalige directeur van de goudsmederij Christofle, voor wie de Italiaan tal van objecten zou tekenen. Deze eerste periode sluit hij af met de inrichting van het Palazzo del Bo en het Palazzo Liviano binnen in de Universiteit van Padova, die hij voltooit samen met bevriende kunstenaars en zijn dochter. Zijn fresco’s blijven er tot op vandaag de bezoekers verbluffen.
In de jaren 1950 wordt de Milanese wolkenkrabber die Gio Ponti met de Italiaanse ingenieur Pier Luigi Nervi laat bouwen voor zijn opdrachtgever Alberto Pirelli, het symbool van de moderne heropleving van Italië. De Pirelli-toren in hartje Milaan zal het aangezicht van de stad definitief veranderen en uitgroeien tot een van boegbeelden van het moderne Italië. Gio Ponti raakt ermee bekend tot ver buiten de Italiaanse economische hoofdstad en gaat ook voor de tweede keer de internationale toer op.
De totale betrokkenheid van Ponti in alle stadia van de creatie van zijn projecten doet denken aan de bouwwerven van architecten in Brazilië, een regio die zich op hetzelfde ogenblik gaat openstellen voor de vernieuwing, net als in Mexico en Venezuela. Caracas krijgt in 1955 de Villa Planchart van Gio Ponti. De vloer in marmer van verschillende kleuren, het tegelijk structurele en decoratieve gebruik van hout en metaal en de met kunstwerken en ambachtelijke objecten doorspekte inrichting oogt zeer verleidelijk. Gio Ponti herhaalt die maximalistische sfeer ook in de Villa Nemazee in Teheran. Hij zet er in op geometrie en het contrast tussen het zuiverste wit en blauw. Ook dit wordt weer een schoolvoorbeeld van het talent van de colorist Gio Ponti en de virtuositeit waarmee hij texturen en bouw- en decoratiematerialen combineert.
Andere toppunten uit de carrière van Ponti zijn het Denver Art Museum (1971), dat hij bouwt in samenwerking met het Amerikaanse architectuurbureau James Sudler Associates, en de kathedraal van Taranto (1964-70) in de regio Apulië. Deze laatste geeft blik van een grote soberheid en neemt opvallende lijnen over van de gotische stijl. Na retrospectieve tentoonstellingen tijdens de Triënnale van Milaan en in het Musée des Arts Décoratifs in Parijs wijdt ook het Denver Art Museum in 2021 een grote expo aan deze ‘Designer met de duizend talenten’.
Elk ontwerp opgevat als een pertinent en tijdloos object
Met de bekende woorden van de Amerikaanse architect en designer Charles Eames was Gio Ponti een van de zeldzame ontwerpers die elk onderdeel van zijn werk als een stuk architectuur benadert. En als ontwerper heeft de maestro voor meer dan 120 Italiaanse en internationale ondernemingen gewerkt. Hij debuteerde in de catalogus van de keramiekfabriek van Richard Ginori in Firenze, waar hij geleidelijk de traditie van het in de 18e eeuw opgerichte huis doet wankelen. En vanaf 1948 kent werkelijk heel Italië hem dankzij de espressomachine La Cornuta die hij tekent voor fabrikant La Pavoni.
Ondertussen gaf Gio Ponti ook de eerste 560 nummers uit van het magazine Domus en schreef, illustreerde en schilderde hij een indrukwekkend oeuvre aan brieven, manuscripten, gedichten en werken op papier. Zijn caleidoscopische en niet-aflatende creativiteit deden hem ook originele meubelstukken ontwerpen die de tand des tijds moeiteloos hebben doorstaan. ‘Superleggera’, zijn universele futuristisch ogende en, zoals de naam al aangeeft, superlichte rieten stoel (1952) wordt sinds 2017 met veel succes door Cassina heruitgegeven. En zijn Round D.154.5, een lage zetel die hij tekende in 1954, oorspronkelijk voor het kantoor van de luchtvaartmaatschappij Alitalia in New York, verbaast bijna driekwart eeuw later nog steeds. Hij berust op een assemblage van zes elementen (poten, rug, zitgedeelte). Uitgever wordt het familiebedrijf Molteni, dat de meeste van zijn lage tafels, eettafels, fauteuils, stoelen en boekenkasten uitbrengt.
Het meest complete boek over deze Italiaanse referentiearchitect
Reis zonder einde door het creatieve universum van een genie
Gio Ponti is een beroemdheid. Niet alleen musea, galeries en designwinkels overal ter wereld koesteren hem, maar ook de kunstmarkt en de veilinghuizen, waar zijn meubelen geregeld recordprijzen halen. Zijn invloed is nog steeds enorm, in de wereld van de architectuur, het design en de uitgeverij. Zijn scherpe zin voor moderniteit, zijn radicalisme, zijn generositeit ook en de diepgaande veelvormigheid van zijn oeuvre spraken ook bij Taschen tot de verbeelding. De vedette onder de uitgeverijen tart van bij de oorsprong met haar mooie boeken graag de conventies en ziet het ook vaak groot, erg groot …
Het 572 pagina’s dikke ‘Gio Ponti’ is van de hand van zijn dochter Lisa, samen met de historici Brian Kish en Fabio Marino, fotograaf en conservator Salvatore Licitra, consultant en designer Stefano Casciani en uitgever Karl Kolbitz, aan wie we ook het fascinerende ‘Entryways of Milan. Ingressi di Milano’ te danken hebben. Het is een waar epos over ’s mans werk, van de jaren twintig en het interbellum tot de seventies. Pagina na pagina word je als lezer meegenomen in de verkenning van beelden die je niet meer loslaten en nooit eerder gepubliceerde documenten die veel zeggen over Ponti’s talent. De teksten en een biografisch essay kwamen tot stand op basis van materiaal uit de archieven van Gio Ponti.
Uitzonderlijke kunsteditie in samenwerking met Molteni
‘Gio Ponti. Art Edition’ is een beperkte oplage van 1.000 genummerde exemplaren, een uitzonderlijke uitgave van het boek ‘Gio Ponti’, gebundeld met een selectie van vier foto’s van Ponti’s weelderige schetsen en krabbels voor de inrichting van cruiseboten en hun eersteklassalons, zoals de Conte Grande en de Conte Biancamano (1949). En tot slot bevat deze speciale editie zelfs een meubel van de architect en designer. Het lage tafeltje Planchart, een heruitgave van het beroemde Arlecchino-tafeltje dat oorspronkelijk bedoeld was als een uniek stuk voor de Villa Planchart. Bijzonder aan het object is zijn warboel aan geometrische vormen en kleuren uit het gemeenschappelijke universum van Theo van Doesburg en Piet Mondriaan, twee kunstenaars uit de artistieke beweging De Stijl. Een ode aan de moderne geest in zijn zuiverste vorm.