Hoe ben je begonnen als architect?
Ik ben geboren in La Louvière en heb mijn bureau in 2010 opgericht in Parijs, Frankrijk, na mijn studies aan de Université Libre de Bruxelles (ULB) en na stages bij vooraanstaande figuren uit de architectuurwereld; de Italiaan Massimiliano Fuksas en de Fransen Odile Decq en Claude Vasconi; Architecten die mij fascineerden. Ik leerde er de kunst van het ontwerpen en de technische beheersing van de bouwwerf en ik kreeg er de smaak voor techniek te pakken.
Wat beschouwt u als uw belangrijkste verwezenlijking tot nu toe?
In het jaar dat ik mijn architectenbureau Vincent Callebaut Architectures opende, had ik het geluk een internationale wedstrijd te winnen voor de bouw van het Tao Zhu Yin Yuan-project, een bijna 50.000 vierkante meter grote “carbo-absorberende” woontoren in Taipei, de hoofdstad van Taiwan. Deze werd in 2018 voltooid. Een tweede project waar ik trots op ben, is het Belgisch Paviljoen voor de Wereldtentoonstelling 2020 in Dubai, ontworpen in co-creatie met het Belgische architectenbureau Assar en de bouwer Besix.
Vertel ons in een paar woorden over het avontuur van het Belgisch Paviljoen.
Zodra het officiële thema van de wereldtentoonstelling 2020 – “Connecting Minds, Building the Future” – bekend werd gemaakt, wist ik dat Renaud Chevallier, CEO van Assar Architects, meedeed aan de wedstrijd voor het Belgisch paviljoen. Ik stelde dus voor dat we onze krachten zouden bundelen. Het werd een groot avontuur met de Besix-groep, die de bouwer is van de beroemde Burj Khalifa in Dubai (de hoogste wolkenkrabber ter wereld). Samen wilden we ver weg blijven van archetypes en waarden overstijgen. België is een klein land. Maar deze hoofdstad van Europa wordt zowel door Latijnse landen gewaardeerd om zijn diversiteit en zijn hoge niveau wat betreft de kunsten als door Angelsaksische en Germaanse landen om zijn vindingrijkheid en zelfs zijn pragmatisme. De groene boog van het Belgisch paviljoen symboliseert dus deze waarden van creativiteit en innovatie. Het gebouw is bedenkt met een mini-oase van 2.500 planten en struiken die groeien op de gevel, de zijkanten en het dak, zodat ze kunnen gebruik maken van het evapotranspiratie-fenomeen: de overdracht van vocht uit de grond naar de atmosfeer door de verdamping van water en de transpiratie van planten. Het Belgisch paviljoen is een spectaculair en ecologisch gebouw, gebouwd met een budget van tien miljoen euro.
Hoe heeft u uw bouwprojecten tot nu toe gefinancierd?
Internationale wedstrijden stellen mij in staat in contact te komen met vele besluitvormers – gemeenten, stedenbouwkundigen, projectontwikkelaars en bouwers – en sponsors met veel middelen stellen mij in staat te experimenteren. De luxueuze vastgoedsector biedt de mogelijkheid om innovatie te subsidiëren, om een constructie te kunnen patenteren die nieuwe technieken vereist, en om die vervolgens te democratiseren. Door te kunnen werken voor visionaire klanten die zichzelf de middelen geven om hun ambities te verwezenlijken, kan ik op mijn eigen schaal bijdragen tot de evolutie van onze wereld.
Is “groen” generatiegebonden?
Zeker, en vooral internationaal. Onze generatie profiteert nu van de opkomst van hernieuwbare energiebronnen, maar in Europa moet er nog veel gebeuren. In landen die als opkomend worden beschouwd, in Zuidoost-Azië en Zuid-Amerika, waar nog veel economische en sociale ongelijkheden bestaan, krijgt solidariteit voorrang bij nieuwe projecten van deze omvang en wordt het integreren van lokale burgers en ondernemers in het ontwerpproces van gebouwen een waardige zaak. Op die manier hebben zij al bijna alles gedaan waar wij in het Westen 20 jaar geleden van droomden.
Bent u een realistische of utopische architect?
Beide. We hebben meer dan ooit behoefte aan een utopie: het uitvinden wat nog niet bestaat. Een utopie stelt ons in staat de realiteit onder ogen te zien. De link leggen met de wereld van de kunst, de agronomie, het leren van de biodiversiteit van zowel planten als dieren, transdisciplinair samenwerken met wetenschappers dicht bij huis en internationaal om nieuwe leefvormen uit te vinden… dat kan niet worden bereikt met een traditionele benadering van bouwen. Het doel van architectuur is relevant te blijven en verder vooruit te kijken. Het samengaan van natuur en architectuur is geen droom, het is mogelijk en de ontwikkelaars hebben dit goed begrepen. In Frankrijk hebben veel van hen met mij contact opgenomen om mij uit te nodigen voor deze internationale wedstrijden, om haalbaarheidsstudies van projecten op dit gebied uit te voeren. Dat is de reden waarom ik besloten heb mijn architectenbureau daar te openen.
Wat is een van de opmerkelijkste ontwikkelingen in het architectenvak die u de afgelopen jaren hebt waargenomen?
Het tijdperk van de zogenaamde “starchitecten” lijkt nu voorbij te zijn en de collectieve visie staat op de voorgrond. Ook de economische crisis, gekoppeld aan de huidige pandemie, toont aan hoe vitaal dromen is. Gemeenschapszin en dromen gaan hand in hand. Architecten die op een geëngageerde manier denken en bouwen zijn de echte sterren van vandaag.
U staat vooral bekend voor uw tekeningen. Waarom tekent u zoveel?
Voor ik aan concrete projecten begon te werken, ben ik bewust begonnen met het tekenen van prospectieve projecten. Op vijfentwintigjarige leeftijd heb ik buiten België naam gemaakt met mijn tekeningen: Tijdens mijn opleiding heb ik veel schilderkunst bestudeerd en mijn ontdekking van de Britse avant-gardebeweging Archigram, net als die van het Centre Pompidou dat in 1977 in Parijs werd gebouwd door Richard Rogers en Renzo Piano, waren voor mij een keerpunt; een deur die wijd openstaat voor alle mogelijkheden.
Wat is biomimicry, wat u zo fascineert, in de architectuurwereld?
Ik laat mij door de natuur inspireren en probeer zo antwoorden te vinden op de menselijke noden in het licht van de ecologische transitie; een architectuur en levenswijze bedenken die ongewoon is; letterlijk out-of-the-box denken, verder dan de vormen van kubussen en rechthoeken die in de architectuur overvloedig voorkomen en die de rijkdom van haar woordenschat verarmen. De gebogen vormen die ik verkies in mijn tekeningen en ontwerpen laten me toe na te denken over de constructie van gebouwen die alle groene energie produceren die we nodig hebben (elektrische, calorische en koelende) en al hun afval recycleren tot hulpbronnen of zelfvoorzienend werken.
Hoe worden deze ideeën in de praktijk gerealiseerd en wat zijn de voordelen van deze milieuvriendelijke gebouwen?
Om de natuur te integreren in het hart van soms zeer dichtbebouwde steden, denken mijn bureau en ik na over passieve constructies waarbij de tuinen niet langer naast de gebouwen liggen maar in het hart ervan. In Taiwan hebben we gekozen voor tropische soorten, en in Dubai hebben we voor woestijnplanten gekozen. Opdat een gebouw een lage energiebalans zou hebben, is het van essentieel belang dat grijs water wordt gerecycleerd en ter plaatse wordt behandeld, zodat de vegetatie van het gebouw kan worden besproeid en er geen energie hoeft verbruikt te worden.
Wat kunnen we in de nabije toekomst verwachten van Vincent Callebaut Architectures?
Momenteel werken wij samen met Bouygues Immobilier en de Société d’Aménagement de la Savoie aan de metamorfose van het Nationaal Frans kuuroord in Aix-les-Bains. Het gaat om een geklasseerd historisch gebouw uit 1905, waar we 220 woningen met panoramisch uitzicht gaan bouwen. Het zal in 2025 klaar zijn. Een nieuw gebouw van 120 woningen in de stad Montpellier, in een nieuwe creatieve wijk, moet ook tegen 2024 klaar zijn. In Frankrijk hebben we projecten in Lille, Metz en La Rochelle.
In het buitenland is The Rainbow Tree in Cebu, Filippijnen, al twee jaar in ontwikkeling en de oplevering staat gepland voor 2026. Enkel de verticale circulatiekern van dit gebouw is van beton, om seismische redenen. Alle planken, balken en platen, net als de gevel en isolatie-elementen, zijn volledig uit massief hout vervaardigd.