Marc Corbiau was pas afgestudeerd als architect toen hij een koppel hedendaagse kunstliefhebbers ontmoette dat in Waals-Brabant een huis wilde laten bouwen. Hun huis was zijn eerste project. Voor de architect was dit een prachtige kans om zijn loopbaan op de rails te zetten. In 1972 rijst het huis op uit de grond, als ‘een werktekening in het kreupelhout’.. Catleen le Hardy en haar echtgenoot, de huidige eigenaars, gaven het pand een derde leven. Daar ging een restauratie van een jaar aan vooraf. ‘We hebben de bouwmantel en de stijl van het pand met zijn schitterende volumes heel bewust behouden. We hebben alleen een opening naar de keuken gemaakt, en we hebben een dubbel raam in dat vertrek aangebracht om meer licht binnen te brengen’, vertelt Catleen le Hardy.
Het langgerekte, hellende terrein bepaalde de vorm van de constructie, die een oppervlakte van zo’n 200 m2 heeft. Het pand staat in een heuvelachtig landschap en gaat prachtig op in de wilde, door dennenbomen beschaduwde tuin met klimop, varens en hoge kruidachtige planten. ‘Toen wij het huis ontdekten, was het volledig overgroeid met klimop. Daar hebben we een deel van behouden. We hebben ook enkele bomen verwijderd om wat meer licht te krijgen. De lange tafel en de twee houten banken op het terras heb ik op maat ontworpen.’ Het oorspronkelijke concept van Marc Corbiau was krachtig in zijn eenvoud: een sterk sprekende, elegante architectuur met een grote living, vier slaapkamers, een grote inkomhal die de woonvertrekken met elkaar verbindt, een ruimte zonder meubels en een master bedroom op een hoger niveau die aan een adelaarsnest doet denken. De nieuwe eigenaars hebben het hele binnenwerk overgedaan, voor een frisse start. ‘We besloten de muren te bekleden met Marmorinopleister, een materiaal met een licht korreleffect. Op alle vloeren ligt Mortex®.’
De grote living biedt een open ruimte met niveauverschillen. Via de verkeerszones tussen de open volumes dienen zich verschillende perspectieven aan. Het geheel voelt aan als een loft, of zelfs als een bungalow. Door middel van meubels worden de zones visueel van elkaar gescheiden. Een Scandinavische boekenkast praat over literatuur met de fauteuil Flag Halyard PP25 van Hans J. Wegner. De salon bevindt zich onderin, met een bank die door op maat is ontworpen om op een afstapje te staan. Aan het plafond bevindt zich een werk van Felice Varini: een spel van gele lijnen dat, vanuit de juiste gezichtshoek, een perfect vierkant vormt. Het is ter plaatse tot stand gebracht en getuigt van de periode waarin de eerste eigenaars hier woonden. Ook ander werk van Felice Varini is nog altijd in het huis aanwezig. Boven de haard bevindt zich het volume van de master bedroom. De plafondhoogte is hier 5,50 m.
In de eetkamer staat een kalkstenen tafel – een ontwerp van Catleen le Hardy – op een Zweeds tapijt van wol en katoen (Cappelen Dimyr), omringd door tweedehands stoelen (Nicechairs) onder een lamp van Isamu Noguchi. Aan de muur zien we een metalen kunstwerk van Antonio Sciortino. Het betonnen bankje onder het raam maakt deel uit van de bestaande architectuur. Op de tafel staat een keramisch object van ruw aardewerk, een kunstvorm waar Catleen le Hardy de laatste 4 jaar veel mee bezig is. De keuken was oorspronkelijk als een soort laboratorium opgezet. Ze bestaat uit een eiland met een travertijnen tafel – opnieuw een ontwerp van de eigenares – met een uitgehouwen gootsteen. Achter de verticale houten panelen gaan de grotere huishoudtoestellen en de keukenkasten schuil. Houten krukken van Pols Potten. Aan de muur een lithografie van Bernar Venet.
Het kantoormeubilair bestaat uit zwevende houten tafelbladen en een tweedehands leren stoel op wieltjes (fabrikant Mim). De tafellamp is een creatie van Verner Panton. Een sculptuur in witte klei getuigt van de door Catleen genoten opleiding in het Parijse atelier van Giacometti. De donkere sculptuur is van Enrique Karabitian.Overal in de woning wordt de toon aangegeven door een selectie kwaliteitsmaterialen voor de bekleding van de vertrekken: Mortex® en Marmorino kalkpleister, notenhout, travertijn … Een kelder en zolder ontbreken, dus de meubels zijn gekozen op basis van hun functie. We worden herinnerd aan de filosofie van Le Corbusier, die ook door Marc Corbiau werd uitgedragen. ‘Op 100 m van het huis stond een garage. Vandaag is dat mijn atelier, waar ik al mijn keramische kunst maak. Ze zijn gemaakt van ruwe klei en passen daarom perfect in deze ruimte, die haar originele ziel behouden heeft.’